Neusdeveugd
“Het
begon vrij onschuldig As. Ik dronk een wijntje aan de bar en plotseling stond
hij naast me. Een keurig nette man op leeftijd. Is het een lekkere wijn, vroeg
hij me. Ja hoor, antwoordde ik. Is het een Merlot, wilde hij weten. Ik zeg,
ik weet het niet. Hij zegt, laat eens ruiken. En voor ik het wist, stak hij
zijn gok in mijn wijnglas.”
“Lekker is dat, Miep.”
“Ja. Hij zegt, het ruikt wat pruimachtig. Ik zeg, o ja? Hij zegt, ik
vermoed dat het een Cabernet Sauvignon is. Ik vraag hem hoe hij dat weet.
Hij zegt, ik heb mij er in verdiept.”
“Zijn neus zul je bedoelen.”
“Ja As. En zo begint hij te vertellen over het supérbe bouquet
van oude wijnen, de uitmúntende structuur en búitengewóón
opwindende body’s van exclusieve soorten en net op het moment dat ik
aan zijn lippen hang, schakelt hij over op de geile geuren van perzik en pruim
die zich in een zoete wijn openbaren. Toen hij daarna lyrisch een bloemlezing
over zoete meisjespruimen begon, realiseerde ik me dat de vinologische geest
van de man nogal vertroebeld is door teveel pornografische input.”
“Gádver Miep!
Een vieze man.”
“Waarschijnlijk steekt
hij zijn neus ook in bedenkelijke lectuur. Met zo’n man wil je niet meer
dansen, omdat hij je steeds aan kleverige dingen doet denken.”
“Ik word er onpasselijk van.”
“Dat als je met zo’n man danst, diezelfde neus ook in je nek zit
te snuffelen.”
“Hou nou op, Miep!”
“Ik waarschuw je alleen maar As. De kans is groot dat hij ook op jou
afkomt. Hij loopt alle ‘rijpe meisjes’ af.”
“MIEP!”
“Afijn, hij vroeg mij ten dans, maar ik zei dat ik mijn wijntje nog niet
op had. Toen zei hij dat hij daar wel even op wachtte. Ik zei dat ik daarna
niet meer uitgebalanceerd op mijn benen stond. Hij zei dat ik mij dan wel
op hem kon verlaten. Ik zei dat hij er niet uitzag als een man op wie een
vrouw zich kan verlaten.”
“En toen?”
“Hij zei dat ik een bange vrouw was. En dat ik vast heel ongelukkig was.”
“Tjeezus Miep.”
“Ja As. Toen zei ik dat hij ook vast een goede neus voor ongelukkige
vrouwen had.”
“Tsss.”
“Ik zag hem later nog andere
vrouwen in de salon aanspreken, maar van dansen kwam het niet.”
“Nee, vind je het gek.
Welke vrouw heeft nu zin om samen te plakken met zo'n man.”
“Tja. Z'n vrouw moest eens weten welke taal hij uitslaat tegen andere
vrouwen.”
“Is hij getrouwd dan?”
“Ja As, daar heb ik nou een goede neus voor. Een vrije man komt beter
aan zijn gerief.”
