Schaapjes op het droge
Als Astrid en ik in de salon eenmaal
lekker zitten, met ons natje en ons droogje, dan zitten we zo wat te mijmeren,
terug te blikken op ons veelbewogen tangoleven. Of we toch niet die tangoshow
op Broadway hadden moeten doen, of we niet beter ons kapitaal in pandjes in
Buenos Aires hadden moeten investeren, of we er wel goed aan hebben gedaan
de amoureuze avances van Pablo Veron af te slaan. Hebben we de juiste keuzes
gemaakt? Zijn we goed voor onszelf geweest?
As, in de tango kom je dezelfde
bedrijvigheid tegen als in het echte leven, inclusief de balans van geven
en nemen. Maar wee de dromers die hun hart en ziel aan de tango hebben verkocht,
want dromers hechten geen waarde aan de bijbehorende boekhouding. Zij geloven
dat de zoete vruchten, zoals in het paradijs, immer voor het oprapen liggen,
dat hun waarde nooit vermindert, dat minnaars en minnaressen nooit opdrogen.
Ja Miep, foute boel.
Dus nemen zij er gretig van, terwijl je in deze overvloed beter een
appeltje voor de dorst kunt bewaren, want het eind der tijden komt onherroepelijk.
Tja, het is niet anders, we zijn voortdurend onderhevig aan bederf.
Mannen verliezen hun libido, vrouwen verliezen van de zwaartekracht en voor
je het weet staat er een nieuwe generatie springerige dansers klaar.
Zo is het, As. Alles heeft zijn prijs, ook in het tangoparadijs. De
veelvraten klagen het meest over de naheffing die zij moeten betalen. Marietje
klaagt dat de beste dansers haar niet meer zien staan, René merkt dat
zijn kleffe omhelzing door de dames niet meer op prijs wordt gesteld.
Maar Miep, díe hebben het er al die jaren dan ook flink van genomen!
Nietsontziend hebben ze zich tegoed gedaan aan de geneugten
van de tango, ze hebben geconsumeerd, geprofiteerd alsof het niet op kon!
En investeren in de oude dag? Ho maar!
Nou! As, dan hebben wij het maar
goed geregeld. Want als je in je beste jaren teveel genomen hebt, dan kun
je in je magere jaren op weinig krediet rekenen van mensen die je al die jaren
hebt benadeeld: de mindere goden.
En juist de mindere
goden hebben altijd stipt bijgehouden door wie en wanneer ze afgepoeierd zijn.
Prima boekhouding, Miep.
Marietje en René moeten dus maar afwachten of ze op hun miezerige
oude dag nog zon mindere god tegenkomen die zich opoffert om hen toch
dat danspleziertje te gunnen, want ik doe het niet.
Ik ook niet. Ik zeg altijd maar zo: geef nu aan de minderbedeelden en
het keert zich later uit als je ze echt nodig hebt.
Zekers As. Dus onze
beste jaren komen nog.

