Italo-Argentijnen: van stilo
galante naar tango
Als ik over de geschiedenis
van de Argentijnse tango lees, dan valt mij op dat de Italiaanse immigrant
alom vertegenwoordigd is: als componist en muzikant, maar ook in de taal en
als thema in de tangoteksten. Dat brengt mij tot het besef dat de tango een
cosa dItaliani is, hoewel dat in geen enkel boek over de tango
wordt beweerd. Daarom zal ik nu een poging doen.
Oorsprong
Alle wegen leiden naar Rome, zelfs het woord tango, dat van het
Latijnse werkwoord tangere (aanraken) zou zijn afgeleid. Net zoals
de milonga een Italiaanse oorsprong heeft als je weet dat de Venetiaanse frottola
uit de 15e eeuw de Spaanse contradans heeft beïnvloed, die in het begin
van de 19e eeuw de habanera in Cuba beïnvloedde, die vervolgens een stempel
drukte op de milonga. [1]
Maar zonder gekheid, over welke tango gaat het nu? Die van 1880, 1912 of 1950?
De Guardia Vieja (1890-1917) wordt alom genoemd als het eerste tangotijdperk,
maar in het boek Het verdriet waarop je kan dansen van Elie Saegeman
stelt componist Juan Cedron dat vanaf het jaar 1905 pas sprake is van echte
tangomuziek. Voor hem is de tango een mengeling van de volksmuziek uit de
vlakten van Argentinië en de muziektraditie uit alle Europese landen.
Ik belicht het Italiaanse aandeel.
Van de Oude naar de Nieuwe
wereld
Vanaf 1853 voerde Argentinië een bevolkingspolitiek, dat wil zeggen dat
het immigratie vanuit Europa, aanmoedigde. Tot dat moment was Argentinië
een dun bevolkt land, waarin de blanken een minderheid vormden tussen een
bevolking van negers en vooral vijandige Indianen. Het land opende haar grenzen
omdat er veel arbeidskrachten nodig waren om de landbouw optimaal te exploiteren.
Men hoopte bovendien met de instroom van Europeanen het land te schaven. Om
de emigratie aan te moedigen, heeft de Argentijnse overheid zelfs een periode
de boottickets gesubsidieerd.
De immigranten kwamen uit Spanje, Groot-Brittannië, Duitsland, Frankrijk,
Oost Europa (veel joden) en Rusland. Het grootste aantal immigranten kwam
echter uit Italië.
Italianen
Tussen 1830 en 1950 zijn 3.500.000 Italianen naar Argentinië geëmigreerd.
Vóór 1900 kwamen de meeste immigranten uit Noord-Italië
(Piemont, Lombardije en Ligurië), na 1900 uit Calabrië and Sicilië.
Niet alleen armoedzaaiers, maar ook ondernemers uit Italië vonden Argentinië
een aantrekkelijk land om te investeren.
Een aantal voorbeelden:
- in Buenos Aires controleerden ondernemers uit Ligurië de Argentijnse
vaart op de Río de la Plata;
- het monopolie van havenactiviteiten in Buenos Aires was in handen van Italianen;
- de wijk La Boca - begin 1900 het imperium van de tango - is
door Genuezen gesticht en de wijk Palermo door de Sicilianen;
- in de provincie Cordoba was 61% van de plattelandsactiviteiten in handen
van Italiaanse immigranten, in de provincie Santa Fe was dat 52%;
- van de Argentijnse industrie was 35% in Italiaanse handen. [2]
Door de ernstige economische
crisis in 1910 remigreerden veel Italianen, net als veel Spanjaarden, terug
naar hun moederland, zodat het uiteindelijke aantal Italianen dat in Argentinië
bleef, op 1,5 miljoen komt. Ter vergelijking: uit Spanje waren het er 1,4
miljoen. [3]
Totale bevolking Argentinië:
1810 --- 100.000
1850 --- 800.000
1880 --- 2 miljoen
1895 --- 4 miljoen
1910 --- 8 miljoen
1914 --- 7.9 miljoen
1947 --- 15.8 miljoen
Percentage blanken in Argentinië:
1852 --- 4%
1910 --- 80%
Inwoners Buenos Aires:
1850 --- 100.000 inwoners, waarvan 10% Italiaans
1880 --- 800.000 inwoners, waarvan 25% Italiaans
Dat de massale immigratie van
Italiaanse gelukszoekers ten koste ging van de oorspronkelijke bewoners van
de arme wijken in Buenos Aires valt te begrijpen. De auteurs Ana Sebastián
en Luis Labraña stellen in hun boek De geschiedenis van de tango
dat de Italiaanse immigranten de negers rond 1860 zelfs uit hun muzikale-
en armzalige woonomgeving hadden verdreven. Deze negers hebben er een carnavalsklaaglied
op gemaakt:
Napolitaanse overweldigers
die de armen al hun werk afpakken.
Er zijn al geen negers meer die flessen ophalen
en ook geen zwarte kruiers.
Geen neger meer die fruit verkoopt
en geen enkele zwarte visser.
De Napolitanen
zijn zelfs banketbakker.
En nu willen ze ook nog ons wittersvak afpakken.
Er zijn geen zwarte bedienden meer, het zijn allemaal Italianen.
Nog even, lieve God,
dan dansen ze de cemba op de trommel. [4]
Straattaal: parla cocoliche
en lunfardo
Aan de poort van Argentinië werd niet geselecteerd. De Italianen die
in grote getale binnenstroomden waren weliswaar laag opgeleid, arm en analfabeet,
maar voor de Argentijnse tango zijn ze van onschatbare waarde geweest.
Lunfardo
In de arrabal maakten immigranten uit verschillende landen zich met een
koeterwaals verstaanbaar. Uit verschillende talen en dialecten is zo het lunfardo
ontstaan. 40% van het lunfardo komt uit het Italiaans. Lunfardo als woord
komt weer uit de straattaal cocoliche en vindt zijn oorsprong in het
woord Lombardia (Lombardije), een streek in Italië.
Het cocoliche was een potjeslatijn van Italianen die zich in het
Spaans verstaanbaar trachtten te maken, maar kennis van de Spaanse taal ontbeerden.
Als je bedenkt dat de meeste Italiaanse immigranten analfabeet waren, begrijp
je ook dat daar een vreemd taaltje als het cocoliche uit kon ontstaan.
Parla cocoliche
Het parla cocoliche is weer geënt op de figuur Cocoliche,
een archetype van de geïmmigreerde Italiaan die iets te graag voor creools
door wilde gaan:
Me quiame Francisque
Cocoliche, e songo cregollo
gasta lo güese de la taba e la canilla de lo caracuse,
amigue, afficate la parada...
De figuur Cocoliche kwam niet alleen veel voor in het Argentijnse volkstheater,
maar ook in tangoteksten. Tangodichters stileerden in hun teksten het potjeslatijn
van de cocoliche tot een parla cocoliche, dat weer diende als
karikatuur van het lunfardo. En dat sprak weer tot de verbeelding van immigranten
die deze uitdrukkingen in hun spreektaal opnamen. Italiaanse immigranten verrijkten
zodoende de tango met hun zelfbedachte woorden en namen op hun beurt weer
de woordcreaties van de tangodichters over. [5]
Veel Italiaanse woorden kregen in het lunfardo een andere betekenis, bijvoorbeeld:
manyar is ontstaan uit het Italiaanse mangiare (eten), maar
betekent in lunfardo weten; vento (Italiaans voor wind)
betekent in lunfardo geld, omdat geld werd gezien als iets dat
wegvliegt.
De kinderen van deze eerste generatie immigranten leerden correct Spaans,
zodat het gebruik van het lunfardo als spreektaal terrein verloor. Het militaire
bewind dat omstreeks 1943 aan de macht was, verbood zelfs lunfardo op de radio.
Tangos geschreven in lunfardo werden gecorrigeerd in het
Spaans of verdwenen geheel van het repertoire.
De zachte klank van het huidige Spaans in Argentinië is een overblijfsel
van de Italiaanse taal.
Italiaanse smart als dankbaar thema
Waren de liedjes van de Guardia Vieja nog een vrolijke kroniek van de kleine
man, vol scherts en spotternij zoals in een Italiaanse opera buffa,
in de Guardia Nueva (1917-1955) ontwikkelde het lied zich tot een essentiële
kunstvorm waarin de sores van de immigrant, zijn armoede, verloren liefdes,
gefnuikte verwachtingen en heimwee belangrijke themas waren. De Italiaan,
verscheurd door zijn lot, leende zich hier goed voor, getuige de tekst van
Domani! door Cátulo Castillo:
Morgen komt ze terug.
Een oude nachtmerrie
kwam voorbij...
En de arme Don Giovanni
zegt het nog eens tegen zichzelf dat
domani
het lieve kind zal terugkomen...
En het glas dat hem vergiftigt
klinkt steeds weer zonder zin:
Morgen! deze leugen van de
alcohol. [6]
Ontwikkeling in de lyriek en muziek
Maar niet alleen de teksten werden dramatischer van toon, ook de vertolking
van de zangers. Wie uiteenlopende tangos beluistert, hoort dat de zanger
niet weinig vibrato in de vertolking legt.
Italië heeft een grote naam op muziekgebied, het staat bekend als een
land met een rijke zangtraditie, met het belcanto en de opera, waarin de stem
als fenomenaal instrument wordt gezien. Tangozangers zullen dan ook de intonatie
van tenoren in bijvoorbeeld populaire Napolitaanse liedjes hebben bestudeerd,
om de klankkleur en het vibrato van de stem na te bootsen.
Niet alleen de komst van de bandoneon en de andere muziekinstrumenten die
de immigranten meebrachten, hebben de tango door de jaren heen grondig beïnvloed,
ook de muzikale vorming op conservatoria heeft daar aan bijgedragen. Veel
componisten en musici van de eerste lichting waren autodidact, maar de generatie
die daarna kwam, had veelal een klassieke opleiding aan een conservatorium
genoten. Zij waren zodoende niet alleen technisch beter toegerust, maar hadden
ook kennis van verschillende muziekstijlen. Zo evolueerde de tangomuziek tot
een gestileerder en complexere muzieksoort.
En als je bedenkt dat Argentinië een immigrantenland is waarin Italianen
het grootste percentage van de bevolking uitmaakt, dan is het niet vreemd
te bedenken dat de Italiaanse cultuur en smaak een grote rol heeft gespeeld
in de cultuurvorming bij de Argentijnen.
Al vanaf de 17e eeuw worden componisten beïnvloed door Italiaanse muziek.
Er is sprake van een Italiaanse stijl of model met kenmerken als energie,
virtuositeit en elegantie. [7] Zo zal ook in het onderwijs op conservatoria
in Buenos Aires een voorkeur hebben bestaan voor de befaamde Italiaanse stilo
galante en mag de tango echt een cosa dItaliani heten.
Noten
[1] Birkenstock, Arne, Ruegg,
Helena, Tango. De bewogen geschiedenis van een dans, Amsterdam, 2002.
[2] Drie publicaties over Italiaanse
emigratie naar Argentinië:
- E. Scarzanella, Italiani d'Argentina: Storie di contadini, industriali
e missionari italiani in Argentina, 1850-1912, Venezia, 1983
- F.J. Devoto, Estudios sobre la emigración italiana a la Argentina
en la segunda mitad del siglo XIX, Napoli, 1991
- F.J. Devoto, G.Rosoli, La inmigración italiana en la Argentina,
Buenos Aires, 2000.
[3] Bosman, Ronald, Immigratie
vanuit historisch en economisch perspectief, Amsterdam, 2003.
[4] Sebastián, Ana,
Labraña, Luis, De geschiedenis van de tango, Amsterdam, 1990.
[5] Over cocoliche is inmiddels
veel informatie te vinden, maar in het boek Tango. De bewogen geschiedenis
van een dans beschrijven Birkenstock & Ruegg uitgebreid over de Italiaanse
immigrant in relatie met het lunfardo en cocoliche.
[6] Birkenstock, A., Ruegg,
H., idem.
[7] Onder andere Mozart liet zich
inspireren door Italiaanse operas; G.F. Händel introduceert in
Groot-Brittannië het Italiaanse model de opera en het oratorium;
S. Bach wordt geïnspireerd door de concertos van Vivaldi en maakt
er transcripties van.
Toen de Argentijn Eduardo Egüez een concert van Italiaanse 17e eeuwse
madrigalen hoorde, vond hij deze vertolking Argentijnse kantjes hebben. Hij
vond de tango en madrigalen eenzelfde sfeer hebben en de teksten vertoonden
veel overeenkomsten: verlies, verlangen, liefde, verraad, dans en dood. Hij
componeerde de Buenos Aires Madrigal.

