Als ik de bandoneon hoor,
dan springt mijn hart open
John Lanting is vooral bekend
van zijn Theater van de lach. Hij is echter zijn hele leven al
in de ban van de tango. Zozeer dat hij al jaren lezingen over het onderwerp
geeft. Ik sprak met hem over zijn grote passie.
Nu weet ik al wat jouw eerste
vraag is, zegt meneer Lanting tegen mij.
Inderdaad meneer Lanting, hoe bent u met de Argentijnse tango in aanraking
gekomen?
Dan moet ik even een voorbeschouwing geven. Het is mij opgevallen dat
mensen die in Buenos Aires en Montevideo wonen de tango met de paplepel ingegoten
krijgen. Daarbuiten moet je er op een of andere manier, waarschijnlijk door
toevalligheden, door worden gegrepen. Zo is het bij mij ook gegaan, door zon
toevalligheid.
In 1948 ben ik van school weggelopen, ik weet er niet zoveel meer van, het
is een witte vlek in mijn herinnering.
Geen zwarte bladzijde?
Laat ik zeggen: wit met een zwart randje en jubelstippen. Begin 49
ben ik ook van huis weggelopen, dat was eigenlijk een logisch gevolg.
Lanting vertelt hoe hij in Saint Tropez terecht komt en in een hotel ging
werken. Keihard werken. Dat heeft me geen pijn gedaan. Het enige dat
pijn deed, was dat ik geen muziek hoorde. Het radiosignaal kwam niet door
over de bergen. Er was dus geen radio te vinden. Voor je plezier moest je
naar clubjes. Maar het entreegeld was te duur. Op een avond liep ik weer naar
de haven en hoorde muziek. In een groot café zag ik vier mensen. Een
van de mannen had een speelgoed-accordeonnetje op zijn knieën. Er kwamen
mooie geluiden uit. Ik begreep er niks van, ieder nummer was hetzelfde als
het vorige. In het begin kon ik het niet langer dan 20 minuten uithouden,
het daasde maar door mijn kop heen. Terug in Nederland probeerde hij
een tangoplaat te bemachtigen. Maar een echte tango was niet te vinden,
er was alleen Malando.
Wanneer heeft u uw eerste tango-langspeelplaat gekocht?
Dat is in 1953 geweest, toen ik naar de toneelschool ging. Destijds
had ik ook nog geen cent te makken. Later kreeg ik een aanstelling bij het
Rotterdams Toneel, toen ging ik bij de tweedehands platen kijken en daar zat
wel eens wat tussen.
Argentijnse tango?
Ja, want met alle respect, Malando was het niet voor mij. En toen Piazzolla
naar Nederland kwam en ik zijn muziek voor het eerst hoorde, dacht ik: Dit
is niet wat ik zoek. Maar ik hoorde de bandoneon en als ik de bandoneon
hoor, dan springt mijn hart open. Nu nog, altijd. Met Piazzolla lijkt
Lanting een haat-liefde verhouding te hebben. De snelle nummers liggen hem
niet, op Libertango na. Maar de langzame nummers vindt hij mooi. En
nu we het over Piazzolla hebben, noemt hij ook zijn voorkeur voor andere componisten.
Vooral dArienzo bevalt hem. Die vijf bandeonisten! Geweldig!
Waarom bent u lezingen gaan geven?
Ten eerste omdat ik veel muziek heb. Mensen hadden bij mij thuis zo'n
plaat gehoord, en die wilden er dan meer van horen. Lanting nodigde
deze mensen uit en die namen weer anderen mee. Later vroeg een boekenwinkel
in Breda hem een lezing geven en daaruit volgden weer andere verzoeken.
Verschillen de reacties van dansers en niet-dansers op uw lezing?
Ik maak de lezing niet al te moeilijk, want mensen moeten aan tangomuziek
wennen. Neem bijvoorbeeld Pugliese, die heb ik in Buenos Aires ontmoet. Al
eerder, in Nederland had ik van hem gehoord. Ik moest eerst erg aan hem wennen.
Van een van Puglieses violisten hoorde Lanting een leuke anekdote. Als
Piazzolla en Pugliese elkaar op straat tegenkwamen, namen zij de hoed voor
elkaar af waarop zij een klein hoofdknikje maakten. Daarna ging de hoed weer
op en vervolgden ze zwijgend hun weg. Maar het knikje van Pugliese was
iets dieper dan dat van Piazzolla...
Ik heb Piazzolla meegemaakt, hier in Nederland. Het was een hele stugge
man. Ik had een serie voorstellingen in het Circustheater en een nachtvoorstelling
van Piazzolla werd opeens ingelast. Hij heeft nog in mijn decor opgetreden.
Dat moest weg van hem, maar dat kon niet. En hij wilde absoluut mijn kleedkamer
hebben. Het concert was niet uitverkocht, dus misschien leed zijn humeur eronder.
Pugliese was veel makkelijker. Die kwam altijd te vroeg voor een optreden,
er stond een tafel klaar en dan werden meteen de kaarten geschud. Die lagen
al klaar. Het spelletje heette truco.
Maar had ik nou al antwoord gekregen op mijn vraag?
Welke was dat ook al weer? O ja. Kijk, de dansers, zijn over het algemeen
meer, niet goed, maar méér geïnformeerd over de achtergronden
van de tango. Laatst kwam er iemand naar mij toe en die zei: Ik dans
al twaalf jaar en ik wist helemaal niet dat tango van Italiaanse afkomst was.
Lanting vertelt dat hij is gestopt met het lezen van boeken over tango, omdat
deze nogal wat tegenstrijdigheden bevatten. Zijn lezing is ook gebaseerd op
orale bronnen. Hij vertelt over de tweede helft van de 19e eeuw, toen Argentinië
een immigratie-politiek voerde, want de Europeanen waren een minderheid. Die
zouden in de pan worden gehakt door de autochtone bevolking, de indiginos.
Je had een uitdrukking: regeren is bevolken, dat toen opgeld deed en
de immigratie vanuit Europa werd enorm aangemoedigd. Er zijn ontzettend veel
Italianen - ook wel Fransen, Russen en joden, maar veel minder - naar Argentinië
gekomen. En in Italië was het een en al armoede. Niet alleen het zuiden,
maar in heel Italië, tot Tirol aan toe. Soms hoor je in een milonga van
die typische hoge noten die aan jodelen doen denken. De Italianen kwamen naar
Argentinië en ze brachten leven in de brouwerij. Ze namen hun mandolines,
accordeons en tamboerijnen mee. De tarantella werd gedanst.
Volgens Lanting is het een misvatting dat de tango in bordelen is ontstaan.
Het ontmoetingspunt was het café en dat daar ook nog wel eens
wat anders gebeurde, dat er boven wel eens kamertjes werden verhuurd, kan
je niet ontkennen, maar dat het in de bordelen is ontstaan, ábsoluut
niet. Maar het klinkt zó mooi. Ik heb In Buenos Aires met verschillende
kenners gesproken en die adviseerden me: Zie het troosteloze leven in
de binnenplaatsjes van de huurkazernes voor je en laat je fantasie gaan. De
mensen hebben toen gras gegeten. Dan weet je hoe de tango ontstaan is.
Luis Labraña zei: Niemand weet het preciés. Kan jij nog
vertellen hoe de politiek 10 jaar geleden in elkaar zat? Het is te gecompliceerd.
Maar je kunt het je wel vóórstellen.
En de invloed van de Italiaanse opera in Argentijnse tangomuziek?
Ja. De zarzuela, en ook opera. Lanting vertelt dat de tango op
de eolische toonladder gebaseerd is (kleine terts-toonladder afkomstig van
eolische eilanden bij Sicilië, MC). Deze toonladder klinkt als ietsje
mineur. In Spanje wordt het de zigeunertoonladder genoemd.
Hij vertelt dat de accordeon die Italiaanse immigranten kenden, gaandeweg
werd ingeruild voor de bandoneon en de mandoline voor de gitaar. Het
harde leven eiste grotere stevigheid in de muziek. Volgens Lanting verdween
het weke dat Italiaanse muziek zo kenmerkte. Maar de melodieën
hebben ze wel meegenomen, want ik kan ze zo aanwijzen. Hij refereert
aan de Napolitaanse liedjes.
U danst zelf geen tango?
Nee, ik word zo afgeleid door de muziek, dat ik elke keer stilsta. Er
valt niet met mij te dansen. Daar komt nog bij, zoals ze hier dansen, zo dansen
ze niet in Buenos Aires. De eerste keer dat hij zijn vrouw meenam naar
een Nederlandse salon, was ze niet enthousiast over het dansen, totdat ze
een ouder paar in het oog kreeg. Opeens zegt ze, kijk die twee daar,
die dansen leuk. Dat zie je; die luisteren. Bij toeval kwamen ze naast ons
zitten en hij bleek een porteño te zijn, getrouwd met een Hollandse.
Hij ziet een groot verschil in hoe er in Nederlandse en Argentijnse salons
wordt gedanst. Wat jullie hier leren is de showdans. Lanting heeft
ervaren dat het een gevoelig onderwerp is, daarom zegt hij met nadruk dat
hij het wel ontzettend leuk vindt dát men in Nederland tango danst.
De mensen hebben er zon plezier in en ondersteunen de populariteit
van de tango. De echte tango wel te verstaan.
Volgt u de ontwikkelingen op tangogebied in Nederland?
Ik moet eerlijk zeggen niet helemaal zo. Momenteel heb ik erg veel andere
dingen om handen. Maar de bekende orkesten als Sexteto Canyengue (Carel
Kraaijenhof kan ongelooflijk mooi spelen hoor. Heel mooi. ) en Otra
(Goed orkest hé?) volgt hij wel. Ook luistert Lanting geregeld
naar nieuwe cds. Tangomuziek met elektrische instrumenten bevalt hem
niet. Ik heb een hele mooie plaat van Salgan met echte coryfeeën,
en met elektrische gitaar. Dat beluister ik en stoort me dan. Hij refereert
ook aan een optreden van de bandoneonist Leopoldo Frederico, samen met een
saxofonist, in Buenos Aires. Beiden fantastische muzikanten. Ze speelde
de meest ingewikkelde dingen. En dan denk ik: Mag ik nu even wat muziek
horen?
De tijd vliegt en ik zeg dat ik nog veel vragen heb.
Nou, ik zal het nu korter maken, dit was de inleiding...
(Breda, 2006)


