Tropische ziekte
Moeder, wat moet ik meenemen
uit Nederland?
Verse haring en extra
belegen kaas, kind.
Haring gaat onderweg
rotten, mam. Die tijd is voorbij dat ik voor jouw haring-obsessie drie weken
naar vis ruik. Ik neem wel vacuüm verpakte kaas voor je mee.
Met dit gouden bezit bezocht ik mijn moeder op in een haven van Langkawi,
een tropisch eiland van Maleisië. Zij woont met haar man op een zeilboot,
maar tijdens mijn verblijf was hij in het buitenland de kost aan het verdienen.
In den vreemde zijn er twee geliefde
gespreksonderwerpen: lekker eten en de daarop volgende stoelgang. Of nauwkeuriger
gezegd, de afwezigheid van lekker eten op een eiland als Langkawi en de daarmee
gepaard gaande ontregelde stoelgang. Dat laatste deelde mijn moeder het liefst
met mij, het eerste deelde ze het liefst met Alle Jelle, die daarvoor speciaal
bij haar op bezoek kwam. Of het een kwestie van geografische overeenkomst
is weet ik niet, maar niemand begreep haar zo goed als Alle Jelle, alhoewel
zij niet begreep dat hij iedere ochtend bij McDonalds een hamburger nuttigde.
Sinds Alle Jelle lucht had gekregen van het feit dat er in de kleine koelkast
van mijn moeder een pak extra belegen Goudse kaas lag, is zijn bezoek aan
mijn moeder toegenomen. Hij kwam dan monter binnen en plaatste de kruk dichtbij
de koelkast en bij mijn moeder. Ondanks dat de kajuit groot genoeg was om
elders plaats te nemen, wilden zij beide per se bij de koelkast zitten, alsof
daar ieder moment een wonder kon geschieden. Maar altijd bleef het wonder
uit, hoe hoopvol zij ook over delicatessen fantaseerden. Mijn moeder liet
zich hierdoor nooit uit het veld slaan en begon maar eens over filet américain.
Een redelijk mens is over veredeld tartaar snel uitgepraat, maar een moeder
in een tropisch klimaat gaat er algauw over hallucineren. Dan liep het water
uit haar mond wat haar belette verder te praten. Alle Jelle, hevig geïnspireerd
door haar voorzet, begon dan over zelfgemaakte kroketten van rundvlees, hoe
je die moest maken en wanneer ze mislukken. Dat is goed om te weten. Daarop
kreeg mijn moeder weer een ingeving, wat dacht je van sappige rookworst. Wat?
Worst? Nu kreeg Alle Jelle een gelukzalige glimlach op zijn gezicht en riep
met overslaande stem: frikadellen!
Pijnlijk. Die hamburger die hij
iedere dag nuttigde ging nog wel, maar frikadellen gingen haar toch echt te
ver. Wat mijn moeder betrof, onderscheidden hier de smaakpapillen van de West-Fries
zich met de gewone Fries. Deze aantasting van goede smaak moest ze even verwerken
met een nieuw glas whisky, dat Alle Jelle vol begrip aanlengde met water.
Voor zichzelf pakte hij nog een biertje uit de koelkast en toen was alles
weer goed.
Nou ja, niet helemaal. Dat pak extra belegen Goudse kaas kwam weer op zijn
netvlies. Daar moest zo onderhand eens wat mee gebeuren, dat lag daar maar.
Maar hij wist net zo goed als ik dat je daar vanaf moest blijven, anders kreeg
je van mijn moeder zo een venijnige mep met haar vliegenmepper. Dus gooide
hij het over een andere boeg, de slijmbal, hij complimenteerde haar met haar
onafscheidelijke zwarte huisjurk, die stond haar met de dag beter! Jaja. Terwijl
in mijn optiek het weinig flatteuze slijtage-gat met de dag groter werd. Mijn
moeder trapte er dan ook niet in.
Nee, vergeet het maar, kogelhard
is ze. Onvermurwbaar. Zelfs ik, haar bloedeigen dochter, moest iedere dag
ontbijten met plakkerig brood dat aan mijn verhemelte bleef zitten en Maleisische
kaas dat naar stopverf smaakte. Ik stikte er bijna in, in het ontbijt van
mijn moeder! Iedere ochtend mopperde ik dat die stopverfkaas mijn dood nog
eens werd, dat ze dit toch niet op haar geweten wilde hebben, dat Nederlandse
kaas véél veiliger is! Maar dan kapte ze mij af dat ze de extra
belegen Goudse kaas voor haar man bewaarde. Mij offerde ze gewoon op. Terwijl
ik heus wel merkte dat zij s nachts, quasi slaapwandelend uit haar bed
kroop en plakjes extra belegen kaas begon te eten. Maar de volgende ochtend
kon zij dit zich dit niet herinneren...
Praten over lekker eten is een
tropische ziekte, na een aantal weken begon ik ook te hallucineren over 12-granenbrood,
zachte geitenkaas, volle biologische yoghurt, sappige Jonagold-appels en net
als mijn moeder en Alle Jelle spoelde ik deze overspannen gedachten weg met
troostrijk vocht... Want dat is op het paradijselijke Langkawi weer ruim voorhanden.

